Danny Vanrijkel | | 09 267 86 48 | 0498 17 77 43
dr. Tom Pauwels | | 09 267 86 53 | 0472 78 43 70
waar kennis werkt
Danny Vanrijkel | | 09 267 86 48 | 0498 17 77 43
dr. Tom Pauwels | | 09 267 86 53 | 0472 78 43 70
Logistiek 2.0, dat is waar de POM Oost-Vlaanderen vandaag aan meewerkt. En die term staat voor de logistiek van de toekomst. Een logistiek die zoekt naar innovatieve concepten en duurzame, nieuwe, toekomstgerichte modellen. Een slimme logistiek met andere woorden, die kenniselementen implementeert in de logistieke keten. De POM wil daarin een voortrekkersrol spelen en uitgewerkte voorbeelden aanreiken om zo de uitbouw van Oost-Vlaanderen tot logistieke topregio te ondersteunen.
Waterwegen worden nog altijd onderbenut, zeker op het vlak van stadsdistributie. Daar wil het Avatarproject aan verhelpen, door te focussen op het gebruik van autonome, zero-emissie binnenschepen voor stadsdistributie en daarvoor geschikte technologieën te ontwikkelen en te testen. De aandacht ligt daarbij ook op de economische en maatschappelijke haalbaarheid. In het bijzonder zal een case voor Gent worden uitgewerkt. AVATAR staat voor Autonomous Vessels, cost-effective trAnshipmenT, wAste Return.
Voor grote goederenvolumes is binnenvaart een langzaam maar goedkoop en klimaatvriendelijk transportalternatief. Nochtans blijven vele Europese waterwegen niet of ondermaats gebruikt. De POM is in een Europees project gestapt dat hier verandering wil in brengen. Het project heet ‘IWTS 2.0‘, wat staat voor ‘Inland Waterway Transport Solutions’ en wil oplossingen zoeken voor transport via binnenvaart.
De druk op onze wegen neemt dag na dag toe. Maar door bepaalde transporten over de weg te verschuiven naar het spoor of de binnenvaart kan daar iets aan gedaan worden. En dat is ook wat de biertrein zal doen: drie keer per week zal deze trein sporen tussen Jupille en Ninove en zo op termijn vijfduizend vrachtwagens per jaar van de weg houden. Modal shift in de praktijk gebracht dus. Dankzij een unieke samenwerking tussen de POM Oost-Vlaanderen, Delhaize, AB InBev, Lineas, Euroports en Remitrans kwam op 13/06/2017 de eerste biertrein officieel aan in Ninove. Ontdek hier alles over die eerste rit.
De bio-economie van de toekomst focust op nieuwe grondstoffen. Hieronder valt ook het opnieuw inschakelen van reststromen. De uitdaging bestaat er voor ons in om de lokaal beschikbare zeer verspreide, kleine volumes biomassa eerst te bundelen tot een volumineuze constante aanvoer, met een gelijke kwaliteit en voor een redelijke prijs. Dit kan enkel als het logistieke proces geoptimaliseerd wordt en vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. De POM Oost-Vlaanderen bouwde expertise op in logistieke processen rond specifieke biostromen.
De komende tien jaar komen er heel wat kleinere serres vrij. Welke nieuwe teelten zijn op deze locaties inpasbaar? De commerciële teelt van microalgen is een van de mogelijke alternatieven. Deze kunnen namelijk gebruikt worden als biogebaseerde grondstof voor hoogwaardige toepassingen in onder andere de voedings- en textielindustrie, de bouwsector, farmacie en cosmetica.
Er is reeds een marktonderzoek uitgevoerd door het Oost-Vlaams Proefcentrum voor de Groenteteelt. Spirulina kwam hier als alg met het meeste potentieel naar voor: het is een bron van fycocyanine (blauwe kleurstof) waar diverse sectoren als de voedings-, textiel-, bouw- en papierindustrie sterke interesse in hebben. In China, India en de VS wordt Spirulina reeds op relatief grote schaal gekweekt, terwijl dat in Europa nog helemaal niet gebeurt. En nochtans zijn er geïnteresseerde afnemers voor een product van goede kwaliteit. Wat meteen de sterkte moet worden van de Vlaamse en Nederlandse teelt onder glas: een product met een hoog gehalte aan fycocyanine en een laag gehalte aan contaminanten.
Daarnaast willen we de kringloop sluiten door eendenkroos te telen op het afvalwater van de Spirulinateelt en de eendenkroos op zich terug te valoriseren. Dit project moet dan ook een aanzet zijn om tot een nieuwe grootschalige sector te komen met toelevering, onderzoek, verwerking en vermarkting naar klein- en groothandel en industrie. Vanuit de POM wordt onderzoek verricht naar het optimale logistieke model als onderdeel van de ontwikkeling van een nieuwe, volledige keten. Het project dient tevens als ondersteuning van de glastuinbouw in Oost-Vlaanderen.
Het gras op de bermen langs onze wegen wordt een paar keer per jaar gemaaid en afgevoerd. Zo komt er jaarlijks per provincie 60 tot 70.000 ton bermgras vrij dat perfect aangewend kan worden voor duurzame energieopwekking. Deze volumes kunnen elektriciteit voor ruim 2.500 gezinnen per provincie opwekken!
Maar hoe kunnen we dit praktisch organiseren? Uit het onderzoek bleek dat de beste methode om dit bermgras te verwerken droge vergisting met nacompostering in diverse verwerkingsinstallaties is (vergisters en composteerders). Het lijkt daarbij voordeligst dat het gras direct per maaier naar de verwerking getransporteerd wordt. Vanuit aantal voertuigkilometers is dit evenwel niet het meest efficiënt. Tussentijdse opslag kan logistiek interessant zijn, maar betekent meestal een substantiële waardevermindering.
Er zijn dan ook vele logistieke uitdagingen in dit verhaal: er is de diversiteit in verantwoordelijke (overheids)instanties (weg-, waterweg-, spoorwegbeheerder, …), de korte houdbaarheid van het gemaaide gras, de geografische verspreiding van vraag en aanbod, enzovoort. De POM gebruikt nu de opgedane expertise om te zoeken naar nieuwe valorisaties. Want er is nog heel wat werk aan de winkel om klaarheid te krijgen in nieuwe markten van bermgras. Het samengaan van ecologie (bermbeheer) en economie (valorisatie van bermgras) maken het onderzoek meer dan de moeite waard.
Wat vangen makers van verse matten vandaag aan met de overgebleven zure melkwei? In de meeste gevallen leidt de landbouwer die rechtstreeks af naar de mestkelder, waar het bij de drijfmest terecht komt. Met een pak problemen tot gevolg: de hoge zuurtegraad van de melkwei tast de betonkelder aan en maakt bijkalken van het land noodzakelijk. Nochtans bestaan er interessantere toepassingen: zo wordt gedroogde zure melkwei (die momenteel in poedervorm vanuit het buitenland wordt ingevoerd!) reeds gebruikt voor de productie van enkele wasmiddelen. De melkwei zorgt er onder meer voor de zachtheid van het afwasmiddel.
De opzet van het onderzoek was om een verspreide, variabele productie van een natte (rest)stroom af te stemmen op de behoefte aan een, bij voorkeur, poedervormig product voor een continue productie. Daar ligt de logistieke uitdaging. Geheel of gedeeltelijk drogen in de ‘productieregio’ lijkt aangewezen. Door de volumes te bundelen en zo de efficiëntie in transport te verhogen, kunnen we een lokaal restproduct valoriseren en zo een importstroom vanuit het buitenland vervangen. En dat laatste is ook vanuit duurzaamheidperspectief een extra troef.
Voor meer informatie over deze drie cases kunt u hier contact opnemen.
De Scheldeshuttle biedt een toekomst voor de ‘kleine’ duwvaart en het concept ervan is algemeen toepasbaar, zowel voor ‘spits’-volumes als voor kleinere vaarwegen. Het is dan ook de bedoeling om het concept in de praktijk te realiseren.
De Scheldeshuttle is een volledig uitgewerkt voorbeeld van een dagelijks pendeltraject voor goederen op de Schelde, waarbij een kleine duwboot een aantal kleine duwbakken vervoert. Het principe is ideaal geschikt voor kleine tonnages (150t-300t), voor dagelijkse afvaarten en voor verschillende soorten vracht. Nadat in een studiefase de potentiële goederenstromen van het traject Gent-Oudenaarde in kaart gebracht werden en de haalbaarheid van het concept geanalyseerd, konden we al gauw positieve conclusies trekken voor zowel containervervoer als voor bulk van bouwmaterialen en bulk van graan. Op basis daarvan werden breed toepasbare rekenmodellen ontwikkeld. Voor de verlader bepalen deze modellen de economische haalbaarheid van een modal shift van de weg naar het water. Voor de binnenvaartondernemer of potentiële investeerder wordt de economische haalbaarheid van het businessmodel berekend en de financiële onderbouwing van de investeringsbeslissingen. Er zijn ook innovatieve constructieplannen getekend voor multi-inzetbare kleine duwbakken van verschillende groottes (2 types), geschikt voor diverse soorten vracht (bulk, containers, paletten, …) en met een flexibel systeem voor het afdekken van de vracht.
Alle bedrijven in het Gentse havengebied en heel wat bedrijven errond hebben, naast een klassiek adres, ook een havennummer. Deze nummers staan in het havengebied op borden langs de weg aangeduid. Op basis hiervan vinden vrachtwagenchauffeurs, leveranciers en bezoekers vlot de juiste weg naar een bedrijf. Deze havennummers kon men in een GPS opladen om zo nog vlotter en via een optimale route op de juiste bestemming toe te komen. Met de ‘GPS Haven Gent’ werd het verkeer tot aan de voordeur van de bedrijven gebracht waardoor de goederen in het havengebied veel vlotter aan- en afgevoerd konden worden.
De POM Oost-Vlaanderen realiseerde dit project in 2013 in samenwerking met het Havenbedrijf Gent en de gemeente Evergem.